Emigration From Holland To Australia Essay, Research Paper
Inhoud
+ Voorwoord……………………………………………………………………2
+ Algemeen……………………………………………………………………..3
+ Na de Oorlog…………………………………………………………………3
+ Waarom Australi ?………………………………………………………….4
+ Motieven……………………………………………………………………..5
+ Het Vertrek………………………………………………………………….6
+ De Aanmoediging door Nederland………………………………………….7
+ De Vestiging in Australi ………………………………………………….10
+ Conclusie……………………………………………………………………12
+ Literatuurlijst/Bronvermelding…………………………………………..13
Voorwoord
In mijn scriptie ga ik het hebben over de emigratie van Nederland naar Australi . Daarbij heb ik een vraagstelling bedacht, deze luidt: “Hoe verliep de emigratie van Nederland naar Australi in de tijd na de oorlog? ” Deze valt uiteen in een aantal andere vraagstellingen dit zijn vragen zoals waar, wie, waarom enz. Ik ga het over dit onderwerp houden omdat ik er ge nteresseerd in ben want mijn tante is namelijk n van die emigranten. Als informatie bron ga ik boeken gebruiken uit de bibliotheek en Internet
Algemeen
Veel Nederlanders waren na 1945 over de toekomst niet erg optimistisch. Nederland was een leeggeplunderd land. De eerste levensbehoeften waren maar mondjesmaat beschikbaar. Van politieke en maatschappelijke vernieuwing was geen sprake. Het risico van een derde wereldoorlog was re el. De naoorlogse geboortengolf hield een dreiging van overbevolking in. Vooral onder landbouwers, tuinders en veehouders liep, onder ander door mechanisatie, de werkgelegenheid sterk terug. Emigratie leek het antwoord. De Nederlandse regering stimuleerde emigreren. De overheid betaalde namelijk een deel van de kosten en daarmee was Nederland bijna uniek. 500.000 mensen waagden de sprong in het duister. De top van de emigratie lag in 1952, toen 81.000 mensen vertrokken, vooral naar Australi en Canada, in iets mindere mate naar de Verenigde Staten.
Na de Oorlog
Na de oorlog was Australi er van overtuigt dat voor een sterk welvarend land een aanzienlijke bevolking een eerste vereiste was. Daarom werd er een apart ministerie van Immigratie opgericht. Zij zeiden het volgende: “Additional population is Australia s greatest need. For security in wartime , for full development and prosperity in peacetime, our vital need is more Autralians.” De natuurlijke bevolkingsgroei van rond n procent per jaar was niet voldoende. Men hoopte op een bevolkingsgroei van 2 procent per jaar en daarom zou de immigratie een belangrijke rol gaan spelen.
Men wilde eigenlijk het liefst Britten als immigranten maar aangezien dit niet haalbaar was waren ze ook bereid andere bevolkingsgroepen door te laten. Voor Nederlanders was er ook belangstelling daarom werd op aandringen van de Australische regering de oude Stichting Landverhuizing Nederland weer op 31 december 1946 weer van kracht. Nederlanders gingen toen veel emigreren vanwege het feit dat na de bevrijding van Nederland er nog geen rooskleurige vooruitzichten waren. Dit kwam vooral door de oorlog maar ook doordat Nederland voor de oorlog nog een ontwrichte crisis had. Daarom vroeg men zich af of het nog wel veilig was in West-Europa en of er nog toekomstmogelijkheden waren. Onderzoeken uit de periode 1945-1950 wijzen uit dat circa 30% van de bevolking aan emigreren dacht, als zij daarvoor de kans zouden krijgen. Men wilde weg uit Nederland om elders een nieuw bestaan op te bouwen.
Waarom Australi ?
Australi bleek door een aantal redenen een goed bestemmingsland land te zijn. Factoren die medebepalend zijn voor de keus om naar Australi te gaan zijn: het klimaat, de natuur en de enorme ruimte. Ook bood dit zich snel ontwikkelde land veel mogelijkheden aan ondernemende mensen. Opmerkelijk is het grote aantal rooms-katholieken dat zich in Australi heeft gevestigd. De oorzaak hiervan is het feit dat zeker in de beginjaren katholieke instanties de emigratie naar Australi hebben gepropageerd. Dit verklaart misschien dan ook dat er uit de provincies Limburg, Noord-Brabant, Gelderland en Overijssel naar verhouding meer personen emigreerden. Aanvankelijk kregen emigranten het advies zich in de staten Victoria en New South Wales te vestigen, aangezien de kans op werkgelegenheid hier het grootst was. Later, toen West Australi in versneld tempo ontwikkeld werd, is men zich ook daar gaan vestigen.
Motieven
Dat de motieven om te emigreren niet altijd erg doordacht waren, kon de Rotterdamse geluidsjournalist Aad van der Struijs tijdens zijn rondreis door Australi in het voorjaar van 1990 registeren. Hij bezocht daar oud-Rotterdammers en sprak met hen over de Maasstad, hun redenen tot vertrek, de reis en hun verdere leven in Australi . Leden van een toenmalige Schiebroekse familie vertelde hem:”Het kwam op als kakken en je maakte elkaar gek!”. Ze hadden het in Rotterdam zeker niet slecht, maar hun besluit om in 1952 met enkele gezinnen tegelijk te gaan was vrij impulsief genomen. Nadat de emigratie enkele jaren aan de gang was, reisden vaak ook ouders de kinderen na. Een oud-Rotterdamse daarover:”Wij waren absoluut niet van plan te emigreren; wij hadden een eigen zaak in de stad, maar het gemis van mijn oudste dochter was voor mij ondraaglijk. Na verloop van tijd stemde mijn man met het vertrek in. Wij kwamen eind 1954 in Australi aan”.
Het Vertrek
In Augustus vertrok n van de eerste groepen naoorlogse Nederlandse emigranten met de boot naar Australi . De mensen die meegingen waren bijna alleen maar oorlogsbruiden en kinderen. Zij hoopten in het nieuwe land opnieuw een man te vinden. De daarna volgende boten waren altijd volgepropt met mensen want uit een onderzoek bleek dat 1 op de 3 Nederlanders emigreerde. Maar de omringende landen hadden nog zelfs een hoger percentage. Vooral de jongere generatie die de crisis- en oorlogsjaren hadden meegemaakt, zag op die manier mogelijkheden om aanhoudende soberheid, rantsoenering, woningnood en overbevolkingswaan te ontkomen. Zij zeiden ook: “Wij emigreerde voornamelijk voor de toekomst van onze kinderen”. Nederland hielp zelf ook omdat zij zelf van mening waren dat als er meer mensen naar het buitenland zouden gaan er in Nederland zelf minder werkloosheid zou zijn.
Was zo n vertrek inderdaad een sprong in het duister? De Nederlandse Emigratiedienst en de diverse emigratiecentrales deden er door middel van propaganda alles aan om het dat niet te laten zijn. Maar er waren toch mensen die de stap te lichtvaardig maakten. Emigratie stond toen enorm in de belangstelling. Er werden door het gehele land voorlichtingsavonden gehouden, waar films en lichtbeelden werden vertoond. Het was een dagelijks onderwerp van gesprek en men kon geen krant of weekblad openslaan of men maakte er kennis mee. Vooral de fotoreportages van landgenoten in het buitenland werden in de Nederlandse huiskamers opgehangen.
Dat het vertrek van emigranten emotioneel was, lijdt geen twijfel. Iemand van de stichting Emigratie Centrale Holland beschreef het zo: “Als men een schip met emigranten ziet vertrekken, kan men zich niet losmaken van een gevoel van weemoed, dat het nodig is dat zovelen hun land, familie en vrienden verlaten om in een ander land met andere gewoonten, klimaat, taal en ver van allen die hen lief zijn, een nieuwe toekomst op te bouwen. Het ogenblik waarop de boot langzaam van de kade vaart, heeft steeds een grote indruk op mij gemaakt. Men moet respect hebben voor de opvarenden, dat zij zich hebben opgemaakt een voor hen zo belangrijke stap te o
De Aanmoediging door Nederland
Er was vlak na de oorlog een groot tekort aan schepen voor vervoer van emigranten. In 1946 vertrokken om die reden slecht 23 emigranten naar Australi , in 1947 waren dat er 95. Aanvankelijk moedigde Nederland alleen de emigratie van agrari rs aan. In de loop van 1947 besloot men eveneens de emigratie te bevorderen van arbeidskrachten die niet als “onmisbaar” werden beschouwd.
In 1949 werd zelfs een regeling ontworpen voor het van overheidswege bijdragen in de kosten die emigranten zouden maken voor hun vervoer. Deze subsidie gold eerst alleen voor ongeschoolde arbeidskrachten zonder werk. Later kwamen ook andere emigranten in aanmerking voor een dergelijke tegemoetkoming in de kosten. In 1955, n van de “topjaren” in de emigratie naar Australi , vertrokken 13.731 personen waarvan 13.233(=96 procent) met rijkssubsidie. Het is overigens opmerkelijk dat Nederland een van de weinige landen, dat emigranten ook financi le hulp verleende die niet terugbetaald hoefde te worden. In 1952 kwam er een wet tot stand, welke inhield dat iedereen die dat wilde, kon emigreren wanneer hij dacht elders een beter bestaan op te kunnen bouwen. Wanneer men zich wilde informeren over emigratie of er zich voor wilde aanmelden, kon men tot dan te uitsluitend bij de rijksarbeidsbureaus terecht. Deze waren echter niet de meest geschikte instanties hiervoor. Het leek meer op de weg van maatschappelijke organisaties te liggen om hierin een rol te spelen. De toenmalige minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, A.M. Joekes, had hierover de volgende mening:”zo de maatschappelijke organisaties zich geroepen voelen – en ik juich dit zeer toe – de emigrant hierin bij te staan en te leiden, dan is dit wellicht het meest particuliere “aspect” van hun werkzaamheden. Onbe nvloed van Overheidswege gaan zij hierin ieder voor zich hun eigen weg. De een zal meer nadruk leggen op godsdienstige vorming, de andere meer op de voorbereiding van de huisvrouwen, de derde wellicht meer op taalkennis en technische scholing”. Door bemiddeling van organisaties als de Christelijke Emigratie Centrale, Katholieke Centrale Emigratie,
De Gereformeerde Stichting tot bijstand van Emigranten en ge migreerde, alsmede de Algemene Emigratie Centrale vertrokken er in 1957 3.466 (=51,5 procent) van de in totaal 6.731 emigranten naar Australi . U ziet door de verschillende Stichtingen en Centrales dat er nog volop verzuiling was. Tot het begin van de jaren zestig kan men het beleid ten aanzien van de emigratie als “actieve emigratiepolitiek” kwalificeren. De overheid verleende subsidies, onderzocht de mogelijkheden in landen waar zich tot dusverre nog geen emigrantenstroom vanuit Nederland naar bewoog ( de zogenaamde nieuwe bestemmingslanden) en cre erde ruimere mogelijkheden van kapitaaltransfer. Gezien de hachelijke deviezenpositie waarin Nederland verkeerde, had de regering namelijk aanvankelijk niet toegestaan dat de emigrant al zijn kapitaal meenam. Had men een dergelijke vrije kapitaalexport toegelaten, dan was het herstel van Nederland zeker bemoeilijkt. Dientengevolge was het bijvoorbeeld niet mogelijk direct na aankomst in Australi een huis te kopen. Bovendien heerste er in Australi woningnood. Door dit alles was het voor de emigranten moeilijk passende woonruimte te vinden. De Australische regering probeerde dit probleem te ondervangen door emigranten die een huisvesting hadden, in eerste instantie in “immigration centres” te plaatsen. Van hieruit kon dan naar een passende woning worden gezocht.
De vestiging in Australi .
De Nederlanders hebben in allerlei soorten beroepen zichzelf ontwikkeld. In de jaren vijftig vonden velen hun werk als bouwvakleider hoewel dat vaak niet hun oorspronkelijke beroep was uit Nederland. Nederlandse emigratie-ambtenaren, die toegevoegd waren op de ambassade en de consulaten, zorgden voor huisvesting en plaatsing in een werkkring.
Tegenwoordig zijn er nog steeds ambtenaren speciaal belast met emigratie in Australi werkzaam. Tevens hebben vertegenwoordigers van de verschillende kerkelijke groeperingen veel goed werk verricht in de opvang en begeleiding van nieuwkomers. Over het algemeen gesproken, hebben de emigranten weinig financi le problemen gehad, getuige het feit dat er slechts op zeer kleine schaal gebruik werd gemaakt van de steunfondsen die men in Australi had. Waar men wel een beroep op heeft gedaan is financiering vanuit Nederland om woningbouwverenigingen te kunnen exploiteren. Met behulp van deze woningbouwbouwverenigingen zijn ongeveer 3.500 Nederlandse gezinnen aan een eigen woonruimte geholpen.
In 1958 arriveerde de honderdduizendste Nederlands emigrant in Australi . Toen in 1959 het land tien miljoen inwoners telde, was n op de honderd Australi rs in Nederland geboren. Over het algemeen duurt het vrij lang voordat Nederlanders overgaan tot naturalisatie. In de periode 1945 tot 1959 was ongeveer 50 procent van hen genaturaliseerd, in 1981 was dit percentage toegenomen tot 77 procent. Volgens onderzoeken wonen de Nederlanders vrij geconcentreerd bij elkaar, maar minder dan de Grieken en de Italianen, twee van de andere grote groepen emigranten.
De waardering die men in Australi voor Nederlandse immigranten heeft, is positief te noemen. Hard werken, spaarzaamheid en het weinig veroorzaken van problemen worden tot hun goede eigenschappen gerekend. Zeker in de beginjaren pakten de Nederlandse emigranten elk werk aan dat voorhanden was. Een andere eigenschap die werd gewaardeerd, was hun vermogen om zich snel aan de Australische samenleving aan te passen.
Dit vermogen om “op te lossen” in hun nieuwe omgeving is des te opmerkelijker als men het beziet in het licht van het aantal teruggekeerden. Rond een kwart van de emigranten is uiteindelijk weer uit Australi vertrokken. Deze vreemde situatie van enerzijds een goede integratie en anderzijds een hoog terugkeerpercentage wordt wel “the Dutch puzzle” genoemd. Een van de redenen om te vertrekken uit Australi zou heimwee naar Nederland kunnen zijn. Een aantal van de oudere Nederlanders, de “eerste generatie emigranten”, voelt zich, ondanks het feit dat zij al lange tijd in Australi zijn, er niet echt meer thuis. Aan deze groep wordt dan ook de nodige zorg besteed.
Conclusie
Al met al kan men concluderen dat de emigratie goed is verlopen. Deels door de hulp van Nederland, deels door de hulp van Australi . Hierdoor is ook de band tussen Nederland en Australi erg goed geworden. De vele stichtingen die zijn opgericht hebben zeker ook hun bijdrage geleverd aan de emigratie. De grootste oorzaak voor de emigratie is toch wel dat er na de bevrijding er geen goede vooruitzichten waren (men was bang!). Bij de vestiging ging het ook goed aangezien de Nederlanders goed aanpasten, sommige ook niet en gingen terug.
BronvermeldingLiteratuurlijst
- Internet pagina s: naslagwerken, dossiers
- Museum
Maritiem Museum “Prins Hendrik”: Ik heb van hen kopie n gehad een boek over emigratie “Toen zij uit Rotterdam vertrokken”.
- Boek: “Nederland en Australi “
350